de kimono zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ki'mono ] Afbreekpatroon: ki·mo·no Verbuigingen: kimono's (meerv.) jas met wijde mouwen zonder voorsluiting die binnenshuis wordt gedragen 5 definities...
1) Bovengewaad (Japans) 2) Bovenkleed 3) Duster 4) Japans bovengewaad 5) Japans bovenkleed 6) Japans gewaad 7) Japans huisgewaad 8) Japans kledingstuk 9) Japans kledingstuk met wijde mouwen en ceintuur 10) Japans vrouwengewaad 11) Japans vrouwenkleed 12) Japanse kleding 13) Japanse ochtendjas 14) Judojas 1) Bovenkleed 2) Judojas 3) Kamerjas 4) Negligé 5) Ochtendjas 6) Ochtendkleed 7) Peignoir 8) Sjamberloek 
De kimono is een japans kledingstuk voor vrouwen. Tegenwoordig vooral ceremonieel. Gemaakt van zijde.
ochtendkleding (toon de herkomst via de etymologiebank)
Kaftanachtige, van voor over elkaar geslagen kledingstuk met een riem en wijde mouwen. Dit kledingstuk werd ontleend aan de Japanse cultuur.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] lange rok der Japansche balletdanseressen, vervaardigd uit zo doorzichtige stof, dat men de vormen van het lichaam kan onderscheiden. Voornaamste mannen- en vrouwenkleedingstuk in Japan.
ochtendkleding