kleinschalig bijv.naamw. Uitspraak: [ klɛinˈsxaləx ] Afbreekpatroon: klein·scha·lig waar weinig dingen of weinig personen bij betrokken zijn Voorbeeld: 'een kleinschalig onderzoek' Antoniem: grootschalig Synoniemen: grootschalig (antoniem) Gevonden op https://woorden.org/woord/kleinschalig
Klein wat grootte betreft. De akkerbouw in Indonesië is meestal kleinschalig: de landerijen zijn klein en men produceert voor de zelfvoorziening. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10085
klein van opzet, op kleine schaal vb: dit bedrijf houdt zich bezig met de kleinschalige productie van hippe meubels Tegenstelling: grootschalig Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/