koord dat men om de voeten spant om beter in een boom te kunnen klimmen (VD: klimkoord) - Voorbeeld: ‘Hij haalde zijn klemkoorde uit en in een ommekijk waren al de knapen weg bachten de bomen verdwenen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php