klemmen werkw. Uitspraak: [ ˈklɛmə(n) ] Afbreekpatroon: klem·men Vervoegingen: klemde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geklemd (volt.deelw.) 1) stevig tegen iets aan drukken en zo vastzitten of -houden Voorbeelden: 'Ze klemde haar benen om mijn middel.' , 'een kind in je armen klemmen' 2) moeilijk open- en di... Gevonden op https://woorden.org/woord/klemmen
Let op: Spelling van 1858 eene in Spanje gebruikelijke wijze, om de paarden te castreren; ook kloppen genoemd Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Mechanische apparaten die gewoonlijk worden gebruikt om voorwerpen samen te klemmen of op de plaats te houden terwijl andere handelingen worden uitgevoerd. Categorie: Gereedschap en Uitrusting > grijp- en klemgereedschap. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10491
stevig vasthouden of vastzetten vb: zij klemde de beer tegen zich aan strak zitten waardoor het moeilijk te bewegen is vb: je moet flink trekken, want die deur klemt Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/