de kletskoek zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈklɛtskuk ] Afbreekpatroon: klets·koek onzin Voorbeeld: 'Wat je nu beweert is kletskoek.' Synoniemen: flauwekul gebeuzel geklets geleuter gezwam gezwets humbug klets kol kolder kul nonsens onzin rimram waanzin 4 definities...
1) Apekool 2) Bombast 3) Dwaasheid 4) Flauwekul 5) Gebeuzel 6) Geleuter 7) Gezwam 8) Gezwets 9) Humbug 10) Klets 11) Kletspraat 12) Kol 13) Kolder 14) Kul 15) Larie 16) Leuterpraat 17) Lulkoek 18) Nonsens 19) Onzin 20) Praatjes 21) Prul 22) Rimram 23) Waanzin 24) Wartaal 1) Bombast 2) Dwaasheid 3) Flauwekul 4) Gebeuzel 5) Geklets 6) Geleuter 7) Gewauwel 8) Gezwam 9) Gezwets 10) Humbug 11) Klets 12) Kletspraat 13) Kol 14) Kolder 15) Kul 16) Kulkoek 17) Larie 18) Leuterpraat 19) Lulkoek 20) Mallepraat 21) Nonsens 22) Onzin 23) Praatjes 24) Prul 25) Rimram 26) Waanzin 
onzinnige, dwaze praatjes; gepraat zonder veel inhoud of belang; kletspraat; onzin; nonsens
• nonsens, geleuter (+audio)
[idioom] Kletskoek. Totale onzin.