kleurig en bont, bontkleurig - Voorbeeld: ‘Voor haar was al die luister en opgewektheid er slechts om de processie - de kleurbonte stoet van maagden en heiligen, in speierend wit, met flikkering van goud’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php