schitterende kleurenpracht, -weelde - Voorbeeld: ‘Van uit de loergaten der hofstéden liggen de boeren te pierogen; z'en merken niet de schoonheid van 't kleurschaaieren’ (Vlaschaard - Geurts III 26) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php