klimmen werkw. Uitspraak: [ ˈklɪmə(n) ] Afbreekpatroon: klim·men Vervoegingen: klom (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is geklommen (volt.deelw.) 1) met inspanning naar een hogere plaats gaan Voorbeelden: 'Het kind klom op de stoel.' , 'over een hek klimmen' , 'een boom in klimmen' , 'een heuvel op klimmen' Antoniem: dalen 2)... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/klimmen
1) Bestijgen 2) Heisteren 3) Klauteren 4) Naar boven gaan 5) Omhoog klauteren 6) Omhooggaan 7) Omhoogklimmen 8) Omhoogkomen 9) Omhoogstijgen 10) Opgaan 11) Opklauteren 12) Opklimmen 13) Opkomen 14) Opstaan 15) Opstijgen 16) Plaats in de Benelux 17) Plaats in Limburg 18) Plaats in Nederland 19) Rijzen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Klimmen/1
op handen en voeten naar beneden of naar boven gaan vb: de aap klom in de boom met het klimmen der jaren [als je ouder wordt] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=klimmen