klokspijs zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: klok·spijs Verbuigingen: klokspijzen (meerv.) 1) legering waarvan men klokken giet, te weten in de regel een mengsel van ongeveer 80% koper, 18-24% tin en maximaal 4% verontreiniging 2) Voedsel of lekkernijen die men graag of makkelijk eet. . Spreekwoorden en zegswijzen &... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/klokspijs
Spreekwoorden: (1914) Dat gaat er in als klokspijs, d.w.z. dat gaat er gemakkelijk in. Onder klokspijs verstaat men in den eig. zin metaal, waarvan klokken gegoten worden. Kiliaen vertaalt klock-spijse door aes caldariun: es fusile: aes aeramentis fundendis aptum, dus gesmolten, vloeibaar metaal, dat gemakkelijk gegoten k... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778