
1.siddering, trilling Voorbeeld: ‘
Verder, achter de donkerte van het beukenbolwerk, wiegde een daverende kluttering van veel sparren’ 2.wat klatert, rammelt Voorbeeld: ‘
't Wekte alles om ter meest hare bewondering: (...) de witte blouse (...) met laag uitgesneden hals waar, op het blanke vel, een fijn, gouden kettinkje blonk en gou...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.