Zie ook:
knel

knellen werkw. Uitspraak: [ ˈknɛlə(n) ] Afbreekpatroon: knel·len Vervoegingen: knelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekneld (volt.deelw.)
1) te strak zitten Voorbeeld: 'knellende schoenen'
2) een beklemmend effect hebben Voorbeelden: 'De relatie met mijn ouders begint te knellen.' , 'knellende regels' ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/knellen

1) Prangen 2) Vasthouden 3) Pramen 4) Knijpen 5) Te klein zijn 6) Wringen 7) Sterk drukken 8) Aandringen 9) Aansporen 10) Drukken 11) Verstikken 12) Nijpen 13) Strakzitten 14) Spannen 15) Omklemmen 16) Klemmen 17) Pijnlijk drukken 18) Benauwen 19) Vastknellen 20) Vastklemmen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Knellen/1

drukken
Jaar van herkomst: 1598 (WNT )
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php

klemmen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/knellen
te strak zitten vb: die broek knelt in mijn middel
stevig vasthouden vb: hij knelde haar in zijn armen
Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.