de knipkaart zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'knɪpkart ] Afbreekpatroon: knip·kaart Verbuigingen: knipkaarten (meerv.) toegangskaart voor een aantal keren; bij elk gebruik wordt er één afgetrokken Voorbeelden: 'een knipkaart waarmee je vijf keer een kano kunt huren.' , 'Alweer een blessure? Het lijkt wel of hij een knipkaart heeft op... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knipkaart