knipperen werkw. Uitspraak: [ ˈknɪpərə(n) ] Afbreekpatroon: knip·pe·ren Vervoegingen: knipperde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geknipperd (volt.deelw.) 1) (van licht) snel aan en uit gaan Voorbeeld: 'Het stoplicht knippert.' 2) (je ogen) steeds snel open en dicht doen Voorbeeld: 'Ik zit met mijn ogen t... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/knipperen
snel achter elkaar aan en uit gaan vb: de lamp knippert snel achter elkaar open en dicht doen vb: ze knippert met haar ogen Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=knipperen