
de knoeier zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'knujər ] Afbreekpatroon: knoei·er Verbuigingen: knoeiers (meerv.) de knoei - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'knuj - stər ] Afbreekpatroon: knoei·er Verbuigingen: knoeisters (meerv.)
1) iemand die knoeit (1) Voorbeeld: 'Heb je alweer je beker melk omgegooid? Wat ben je toch een knoeie...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/knoeier

1) Iemand die slordig werk levert 2) Smeerpoes 3) Falsaris 4) Sukkel 5) Brekebeen 6) Broddelaar 7) Niet erg bedreven persoon 8) Zwendelaar 9) Amateur die vaak fouten maakt 10) Zwans 11) Kwakzalver 12) Beunhaas 13) Bedrieger 14) Prutser 15) Kliederaar 16) Roffel 17) Klodderaar 18) Klungel 19) Klungelaar
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Knoeier/1

iemand die door onbekwaamheid knoeiwerk maakt; prutser iemand die fraude pleegt; fraudeur
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/knoeier
Geen exacte overeenkomst gevonden.