de kogel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkoxəl ] Afbreekpatroon: ko·gel Verbuigingen: kogels (meerv.) cilindervormig, metalen projectiel dat uit een vuurwapen komt Voorbeeld: 'Zijn lijk is doorzeefd met kogels langs de weg gevonden.' Synoniemen: kloot patroon projectiel schot Spreekwoorden en zegswijzen • de ko...
1) Atletiekattribuut 2) Balrond voorwerp 3) Biefstuk 4) Blauwe boon 5) Dijspier van een slachtdier 6) Dijspier van slachtvee 7) Dodelijk projectiel 8) Hard schot 9) Harde schop 10) Harde trap 11) Iets dat rond is 12) IJzeren bal 13) IJzeren knikker 14) Klein projectiel 15) Kloot 16) Lood 17) Munitie 1) Bijenkap 2) Dumdum 3) Kloot 4) Patroon 5) Projectiel 6) Schiettuig 7) Stopkogel 
gewricht, plm. 10 cm boven de hoef (bij een mens: de knokkels tussen handrug en vingers- voet en tenen)
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Kogel``] Zie Projectilen
kap (toon de herkomst via de etymologiebank)
hard metalen balletje dat afgeschoten kan worden vb: de kogel uit het geweer had zijn been geraakt
Ornament op kerk, versiering in de vorm van kop of gekruld blad.
•lood
projectiel
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Een uitgeknepen -) (Restaurants), uitgeknepen citroen met een kogelfleschje spuitwater.
projectiel
Gewricht o.a. bij het paard, een handbreedte boven de hoef..
Projectielen voor draagbare wapens en kleine mitrailleurs die rond, buis- en kegelvormig of puntig en gestroomlijnd van vorm zijn en die normaliter bestaan uit een loden kern in een mantel van een lichter metaal en vaak, maar niet altijd, zijn gevat in hulzen. Gebruik 'hagel (munitie)' voor hoeveelheden kleine loden of stalen kogeltjes die worden a...