kokhalzen werkw. Uitspraak: [ ˈkɔkhɑlzə(n) ] Afbreekpatroon: kok·hal·zen Vervoegingen: kokhalsde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekokhalsd (volt.deelw.) bijna moeten braken Voorbeeld: 'Hij kokhalsde bij het zien van zo veel bloed.' Synoniemen: boeren 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kokhalzen