de koopman zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkopmɑn ] Afbreekpatroon: koop·man Verbuigingen: kooplieden, kooplui (meerv.) iemand die als beroep spullen verkoopt Voorbeeld: 'De koopman op de markt probeert zijn laatste bloemen te verkopen.' Synoniem: handelaar Synoniemen: handelaar handelsman kramer 6 definities...
1) Beroep 2) Grossier 3) Handelaar 4) Handelsman 5) Kramer 6) Marchand 7) Middenstander 8) Negotiant 9) Neringdoende 10) Opkoper 11) Standwerker 12) Tagrijn 13) Venter 14) Zakenman 1) Groenteboer 2) Grossier 3) Handelaar 4) Handelsman 5) Kramer 6) Leurder 7) Mercator 8) Negotiant 9) Opkoper 10) Sauger 11) Standwerker 12) Trafikant 13) Venter 14) Winkelier 15) Zakenman 16) Zakenmens 
(Amsterdams) handelaar, overal brood in zien
1) man die voor zijn beroep goederen aankoopt om ze met winst door te verkopen, vaak op grote schaal door import, export of andere vormen van groothandel; handelaar 2) man die voor zijn beroep als rondtrekkend handelaar waren aan particulieren te koop aanbiedt op openbare markten, langs de openbare weg of in de huis-aan-huisverkoop; ...
•handelaar, zakenman.
handelaar
handelsrecht: ieder die een bedrijf uitoefent ...