de koopman zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkopmɑn ] Afbreekpatroon: koop·man Verbuigingen: kooplieden, kooplui (meerv.) iemand die als beroep spullen verkoopt Voorbeeld: 'De koopman op de markt probeert zijn laatste bloemen te verkopen.' Synoniem: handelaar Synoniemen: handelaar handelsman kramer Gevonden op https://woorden.org/woord/koopman
man die voor zijn beroep goederen aankoopt om ze met winst door te verkopen, vaak op grote schaal door import, export of andere vormen van groothandel; handelaar man die voor zijn beroep als rondtrekkend handelaar waren aan particulieren te koop aanbiedt op openbare markten, langs de openbare weg of in de huis-aan-huisverkoop; marktkoopman; venter Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/koopman
Iemand die van de handel zijn beroep maakt, persoon die handelsproducten koopt of verkoopt om winst te maken; ook: ambtenaar van bepaalde rang bij de Oost-Indische Compagnie.ook: ambtenaar van bepaalde rang bij de Oost-Indische Compagnie. Gevonden op https://thesaurus.cultureelerfgoed.nl/concept/cht:f9979be5-7a49-4291-bd22-c
Een koopman is iemand die zaken in- en verkoopt en uit de behaalde winst een inkomen geniet. [basiswoordenlijst groep 5] Gevonden op https://wikikids.nl/Koopman