de koopwoning zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: koop·wo·ning Verbuigingen: koopwoningen (meerv.) Verbuigingen: koopwoninkje (verkleinwoord) een woning waar men eigenaar van wordt Voorbeeld: 'Er worden in die nieuwe wijk voornamelijk koopwoningen gebouwd.' . 1 definitie...
1) Eigen huis 2) Huis 3) Woning 1) Koophuis 
woonhuis dat door de bewoner aangekocht is of dat bestemd is om door eventuele bewoners aangekocht te worden; woonhuis in eigendom; koophuis
Huis waarvan de bewoner zelf niet de eigenaar is, maar dat huurt van iemand anders