de tuner zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'cu:nər ] Afbreekpatroon: tu·ner Verbuigingen: tuners (meerv.) radio zonder versterker en luidsprekers Voorbeeld: 'Een tuner is onderdeel van een geluidsinstallatie.' Synoniemen: radio 6 definities...
1) Afstemeenheid 2) Afstemmer 3) Apparaat 4) Deel geluidsinstallatie 5) Deel van een geluidsinstallatie 6) Deel van een muziekinstallatie 7) Deel van een radio-installatie 8) Deel van een stereo-installatie 9) Deel van een stereotoren 10) Geluidsapparatuur 11) Ontvanger 12) Ontvanger van een radiotoestel 1) Radioontvanger 
Een radio-ontvanger voor de FM-band. Veelal ook middengolf en soms lange golf. Een tuner levert een signaal op lijn-nivo, dat aan een versterker (met luidsprekers) gevoerd moet worden om hoorbaar te worden.
(radio-)ontvanger, afstemeenheid
Ontvangstcomponent van bijvoorbeeld een autoradio. 
(Component waarmee FM en (vaak) AM radiosignalen ontvangen kunnen worden.)
De ontvanger van de radiogolven in een audioset of televisie set. De tuner ontvangt de radiogolven en converteert deze naar een bruikbaar audio en/ of video signaal.