praten, spreken, gemeenzaam en gezellig met elkaar praten (VD) - Voorbeeld: ‘We koutten wat ondereen, en ik zag al gauw welke veugel we hier aan de hand hadden’ - Voorbeeld: ‘Zij koutten doodbedaard van de prijs der marbels, van de kenmerken der beste hoepels’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php