Spreekwoorden: (1914) Kraakzindelijk (- net, - schoon), d.w.z. zeer net. In de 18<sup>de<-sup> eeuw vinden we dit bijv. naamw. o.a. bij Van Effen, Spect. III, 141; VIII, 106; XI, 173; C. Wildsch. V, 211; en kraaknet in Spect. VIII, 93. In een groot gedeelte van Zuid-Nederland wordt gezegd: kraken van zuiverhei... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778