kriebels zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'kribəls ] Afbreekpatroon: krie·bels kriebels in je buik krijgen (nerveus worden) 'Ik krijg nu last van behoorlijke kriebels in mijn buik want we gaan overmorgen al.' ergens de kriebels van krijgen (opgewonden (vrolijk of geïrriteerd) van iets worden) 'lentekriebels' Synoniemen: irritatie prikkels 1 d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kriebels