de kriek zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ krik ] Verbuigingen: krieken (meerv.) kers je een kriek lachen (heel erg veel plezier hebben) Spreekwoorden en zegswijzen • het kriek en van de dag/dageraad (=de vroege ochtend) Naar de spreekwoorden Intensiveringen Hoe kun je met kriek een ander begrip versterken... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kriek