kruien werkw. Verbuigingen: kruide (krooi) Verbuigingen: gekruid (gekrooien) 1) een molen met de wieken op de wind zetten 2) iets vervoeren op een karretje of kruiwagen 3) 'van ijsschollen' over en op elkaar schuiven Synoniemen: karren Spreekwoorden en zegswijzen • hij zal mijn koffer niet 
1) Over elkaar schuiven van ijs 2) Vervoeren 3) Karren 4) Rijden met kruiwagen 5) Kroden 6) Naar de wind gaan staan 7) Het overeenschuiven van ijsschotsen 8) Een molen naar de wind zetten 9) Het over elkaar schuiven van ijsschotsen 10) Over elkaar schuiven 11) Molen naar de wind zetten 12) Per kruiwagen vervoeren 
een kruiwagen voortduwen - Jaar van herkomst: 1300 (MNW )
Wiekenkruis recht op de wind draaien. Als de windrichting verandert moet er worden gekruid.
een kruiwagen voortduwen (toon de herkomst via de etymologiebank)
losgaan van drijfijs dat vervolgens met de stroom afdrijft en omhoog komt tegen een oever
een kruiwagen voortduwen; een molen in de wind draaien
1> het met een boom van af de wal voort duwen van een vaartuig. Zie verder bij wegen . Afbeelding: Bernard F. Eilers 1909, Stadsarchief Amsterdam 010186000586. 2> het op elkaar schuiven van ijsschotsen. Kruiend ijs is een groot gevaar voor schepen. Niet alleen kunnen er ijsdammen gevormd worden, die de verdere doorvaart onmogelijk maken, ook kun......