I alleen bijv.naamw. Uitspraak: [ ɑˈlen ] Afbreekpatroon: al·leen zonder anderen Voorbeeld: 'Ik ben vanavond alleen thuis.' Antoniem: samen Synoniem: in je eentje II alleen bijwoord Uitspraak: [ ɑˈlen ] Afbreekpatroon: al·leen 1) maar Voorbeeld: 'We kunnen eten, alleen moeten de aardappels nog in de schaal gedaan worde... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/alleen
1) Afgelegen 2) Afgezonderd 3) Afzonderlijk 4) Apart 5) Blotelijk 6) Eenzaam 7) Enig 8) Enige 9) Eniglijk 10) Enkel 11) Exclusief 12) In je eentje 13) In zijn uppie 14) Louter 15) Maar 16) Met niemand samen 17) Niemand 18) Niet onderling 19) Niet samen 20) Niet vergezeld 21) Onvergezeld 22) Onvermengd Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Alleen/1
1) zonder het gezelschap van andere personen; zonder gezelschap 2) zonder toezicht, oppas of verzorging; onbewaakt of onbeheerd 3) zonder iemands medewerking; door niemand bijgestaan of geholpen; zonder hulp 4) niets anders bij zich hebbende; afgezonderd van andere zaken; apart 5) niet meer of niet anders dan; sl... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/alleen
• [scheikunde] een organische verbinding met twee belendende dubbele bindingen. •zonder gezelschap. •zonder hulp of medewerking. •zich beperkend tot iets. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/alleen