de kuit zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kœyt ] Verbuigingen: kuiten (meerv.) 1) dikke deel van de achterkant van je onderbeen Voorbeeld: 'stevige kuiten' 2) eitjes van een vrouwtjesvis kuitschieten (eieren leggen) Spreekwoorden en zegswijzen • haring of kuit ergens van willen hebben...
1) Bier 2) Eitje 3) Zaad (Zuid-Nederlands) 4) Braai 5) Deel van een been 6) Deel van het been 7) Eitjes van een vis 8) Lichaamsdeel 9) Viseitje 10) Zichtbaar lichaamsdeel 11) Roge 12) Deel van een vis 13) Deel van het onderbeen 14) Deel van een kous 15) Kikkerdril 16) Kikkereieren 17) Deel van een bokking 
vlezig, gespierd gedeelte aan de achterkant van een menselijk onderbeen gedeelte van kleding of schoeisel waar de kuit in zit; onderkant van een broek of gedeelte in een laars of hoge sok verzameling visseneitjes die opgeslagen zitten in het lichaam van een vrouwtjesvis en die tijdens het paaien in het water geschoten worden en die soms ook door me...
Kuit zijn vissen eitjes.
deel van het onderbeen - Jaar van herkomst: 1494 (MNW )
biersoort (toon de herkomst via de etymologiebank)
achterkant van het onderbeen vb: de hond beet hem in zijn kuit
• [f] [anatomie] achterzijde van het been tussen knie en enkel. • [m] visseneitjes.
[I] bepaalde biersoort [II] deel van het onderbeen [III] visseneitjes