kunnen werkw. Uitspraak: [ ˈkʏnə(n) ] Afbreekpatroon: kun·nen Vervoegingen: kon (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekund (volt.deelw.) 1) weten hoe je iets moet doen Voorbeeld: 'kunnen voetballen' Synoniem: in staat zijn tot 2) mogelijk zijn Voorbeelden: 'Het kan gaan regenen.' , 'Kan ik morgen komen? Ja, ... Gevonden op https://woorden.org/woord/kunnen
1) Willen 2) In staat zijn 3) In staat zijn tot 4) Opgaan 5) Beheersen 6) Vermogen 7) Bestaan 8) Vermogen om iets te doen 9) Mogen 10) Mogelijk zijn 11) Tot iets in staat zijn 12) Bij machte zijn 13) Capaciteit 14) Gaan Gevonden op https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kunnen/1
in staat zijn het te doen vb: zij kan mooi tekenen ik kan niet [ik heb andere afspraken] ik kan er niets aan doen [het is mijn schuld niet] je kunt van hem opaan [je kunt op hem rekenen] daar kan ik niet tegen [ik kan het niet verdragen] ik kán niet meer [ik ben heel erg moe] daar kan ik ... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/