het kwartet zelfst.naamw. Uitspraak: [ kwɑrˈtɛt ] Afbreekpatroon: kwar·tet Verbuigingen: kwartetten (meerv.) 1) groep van vier personen die muziek maken, of muziekstuk voor zo'n groep muziek Voorbeeld: 'strijkkwartet' 2) vier bij elkaar horende kaarten in een gezelschapsspel met kaarten Synoniemen: vie...
1) Aantal 2) Ensemble van vier personen 3) Gezelschap van vier 4) Gezelschapsspel 5) Groep 6) Kaartenspel voor kinderen 7) Kaartspel 8) Kaartspel voor kinderen 9) Kaartterm 10) Kinderkaartspel 11) Klein muziekgezelschap 12) Lied of muziekstuk voor meerdere personen 13) Lied voor meerdere personen 14) Meerstemmig muziekstuk 1) Kaartspel 2) Quartetto 3) Quatuur 4) Vierling 5) Viertal 
muziekstuk voor vier musici; kaartspel (toon de herkomst via de etymologiebank)
muziekstuk voor vier partijen vb: Beethoven schreef dit kwartet toen hij nog jong was
groep van vier zangers of instrumentalisten; muziekstuk voor vier partijen
kaartspel met stellen van vier bijeenhorende kaarten - Jaar van herkomst: 1926 (WNT z.j. )
in muziek: vier muzikanten of zangers.