
kwijtspelen werkw. Afbreekpatroon: kwijt·spe·len Verbuigingen: speelde kwijt Vervoegingen: kwijtgespeeld (volt.deelw.)
1) (''Vlaanderen'') kwijtraken 2) door ongelukkig of onverstandig handelen verliezen Voorbeeld: 'Hij speelde daarmee zijn waardevolste bezit kwijt.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/kwijtspelen

kwijtraken - Voorbeeld: ‘
In zijn gedachten overliep Vermeulen heel de streek om ergens een geschikte huisvrouw voor Louis te ontdekken. Maar dàt was van later zorg, - als hij hem nu maar eerst kwijtspeelde, uit de voeten kreeg’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.