kwistig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈkwɪstəx ] Afbreekpatroon: kwis·tig in grote hoeveelheden Voorbeelden: 'je geld kwistig uitgeven' , 'kwistig zijn met complimentjes' Antoniem: zuinig Synoniemen: : ruim, gul Synoniemen: genereus gul rijkelijk royaal ruim scheutig spilziek verkwistend vrijgevig spaarzaam (antoniem) zuinig (antoniem) 
1) Scheutig 2) Zeer mild 3) Gul 4) Mild 5) Genereus 6) Niet spaarzaam 7) Vrijgevig 8) Onbekrompen gevend 9) Verkwistend 10) Spilziek 11) Royaal 12) Goedgeefs 13) Niet zuinig 14) Zeer royaal 15) Rijkelijk 16) Ruimschoots 17) Ruim 
royaal
vrijgevig, royaal (toon de herkomst via de etymologiebank)
•op lichtzinnige wijze verbruikend. •royaal gevend.