lokaliseren werkw. Uitspraak: [ lokaliˈzerə(n) ] Afbreekpatroon: lo·ka·li·se·ren Vervoegingen: lokaliseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelokaliseerd (volt.deelw.) de plaats vaststellen van Voorbeeld: 'Met een scan werd de plaats van de tumor precies gelokaliseerd.' Synoniemen: opsporen plaats bepalen traceren vinden Gevonden op https://www.woorden.org/woord/lokaliseren