het lammetje zelfst.naamw. Verbuigingen: lammetjes dertig stuivers Synoniemen: lam Spreekwoorden en zegswijzen • zo mak als een lammetje (=heel gedwee zijn) Naar de spreekwoorden 
1) Jong weidedier 2) Jong schaap 3) Jong dier 4) Lentesymbool 5) Boerderijdier 6) Daalder 7) Munt 
jong, nog onvolwassen schaap; jong van schapen; lam voorstelling van een lammetje, vooral in de vorm van een afbeelding, een knuffeldier of een ijsgebak in de gedaante van een lammetje jonge, nog onvolwassen geit; jong van geiten iemand die gedwee ondergaat wat anderen met hem doen; iemand die geen agressie vertoont; zachtaardig persoon
Bargoens: 30 stuivers
Amsterdams woord voor een gulden vijftig
(Amsterdams) 1,50 gulden, een daalder dus 
Bargoens: 30 stuivers (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Bargoens, boeventaal] 30 stuivers. Een lammetje, (een daalder). Veel schokt hij er niet voor, maar toch altijd wel een lammetje. Die ander heit je een lammetje gegeven; ’t is mij een knaak waard.