
vleien, strelen, liefkozen, flikflooien - Voorbeeld: ‘
Op de slag kreeg ik 't in de gaten dat ze niet welgezind was (...) Zij was een kwade bette, braaf genoeg, maar niet om haar op de tenen te laten stampen. - Ik begon maar wat te lamoezen en de zoetelaar te scheren’ - Voorbeeld: ‘
Zij beduivelt en lamoest ze (= de planten), haalt z...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.