
I Leeuwarder bijv.naamw. Afbreekpatroon: Leeu·war·der
op Leeuwarden betrekking hebbend II de Leeuwarder zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: Leeu·war·der Verbuigingen: Leeuwarders (meerv.)
een inwoner van Leeuwarden, of iemand afkomstig uit Leeuwarden . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Leeuwarder
1) iemand die afkomstig is uit Leeuwarden; inwoner van Leeuwarden; Leeuwardenaar
2) van Leeuwarden; uit Leeuwarden; in Leeuwarden
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Leeuwarder
Geen exacte overeenkomst gevonden.