bomen werkw. Afbreekpatroon: 'bo - men Vervoegingen: boomde (verl.tijd ) Vervoegingen: geboomd (volt.deelw.) 1) uitgebreid praten over minder belangrijke zaken vrije tijd Voorbeeld: 'ik heb uren met hem zitten bomen in het café' Synoniemen: : keuvelen, kletsen 2) met een lange stok een boot voortduwen 
1) Beveiliging van spoorwegovergang 2) Breedvoerig praten 3) Diepgaand praten 4) Discussiëren 5) Gewas 6) Gezellig breedvoerig praten 7) Gezellig en breedvoerig praten 8) Gezellig praten 9) Keuvelen 10) Kletsen 11) Met een vaarboom voortduwen 12) Praten 13) Redekavelen 14) Van gedachte wisselen 15) Van gedachten wisselen 1) Discussiëren 2) Keuvelen 3) Kletsen 4) Olmen 5) Redekavelen 
Bomen is het gebruiken van een lange houten stok/paal, die je schuin naar achteren in de grond steekt om je schip voort te bewegen. Een alternatief is pagaaien of wrikken. Een boom bestaat uit de volgende onderdelen: de druif, de teen, de hak en boom zelf. Het voordeel van bomen is dat het erg snel gaat, het nadeel is dat je ondiepe grond nodig heb...
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Boomen``] Een vaartuig door middel van een' boom voortbewegen
discussi?ren (toon de herkomst via de etymologiebank)
•langdurig en uitgebreid praten over minder belangrijke zaken. •met een lange stok een bootje voortduwen.
punteren
Het schip voortbewegen d.m.v. een vaarboom of kloet. Lees hier hoe dat te werk gaat.
Def.: het voortbewegen van een boot met een vaarboom, doorgaans tegen de stroom in.
discussiëren - Jaar van herkomst: 1884 (WNT boomen II )