[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] gewoonlijk
leeuwendeel, d.i.
het grootste aandeel, dat de sterkste zich krachtens het recht van den sterkste toeëigent; ontleend aan de fabel van Aesopus:
De leeuw en de wilde ezel en
De leeuw, de ezel en de vos, waarbij, als het op verdeelen van den buit a...
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0016.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.