de levensduur zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: le·vens·duur de tijd dat iets of iemand in leven is of functioneert Voorbeeld: 'De levensduur daarvan kan best verlengd worden.' . 7 definities
1) Gebruiksduur 2) Gebruikstijd van een voorwerp 3) Tijd dat iets mee kan 
Onder de levensduur verstaan we de periode gedurende welke een derivaat genoteerd is. Wordt ook wel de looptijd genoemd. ( > beleggen > analyse > fundamenteel)
De periode gedurende welke een derivaat genoteerd is. Dit is ook wel bekend als de looptijd.
de tijd die je leeft vb: de levensduur van mannen is gemiddeld 79 jaar
Onder de levensduur verstaan we de periode gedurende welke een derivaat genoteerd is. Vele zijn na die periode waardeloos, zoals bijvoorbeeld opties. Een optie vervalt op de expiratiedatum en houdt dan dus echt op te bestaan. De levensduur wordt ook wel de looptijd genoemd.
•de tijd dat iets of iemand in leven is of functioneert.
Def.: periode waarin de primaire functie duurzaam moet worden vervuld.