de linze zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ lɪnzə ] Afbreekpatroon: lin·ze Verbuigingen: linzen (meerv.) peulvrucht die groeit rond de Middellandse Zee Voorbeelden: 'Laat de linzen een paar uur weken in koud water voordat je ze kookt.' , 'linzensoep' 
1) Peulvrucht 2) Geneeskrachtige plant 3) Lenze 4) Eetbare peulvrucht 5) Erwtachtig zaad 6) Erwt 7) Platte erwt 8) Vlinderbloem 9) Vlinderbloemige plant 10) Plant 11) Vrucht 12) Gewas 
rond, plat en in het midden iets dikker zaadje van het vlinderbloemige peulgewas Lens culinaris, dat gebruikt wordt als groente vlinderbloemige plant met eetbare, als platte erwten gevormde zaden; linzenplant
plant
(Lens culinaris) -Linze- BB. 1812 Volledige wetenschappelijke naam: Lens culinaris Medik. Diagnostische kenmerken: Kelktanden 3-6 maal zo lang als de buis. Stengel rechtopstaand, vertakt, evenals de bladen behaard. Bladen met een ongedeelde of gedeelde rank. Blaadjes 3-8-
Latijnse naam: Lens culinaris . Vlinderbloemen
zaad van de plant uit de vlinderbloemenfamilie geslacht Lens (toon de herkomst via de etymologiebank)
plant