
losgaan werkw. Uitspraak: [ 'lɔsxan ] Afbreekpatroon: los·gaan Vervoegingen: ging los (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is losgegaan (volt.deelw.)
1) je zonder remmingen uitleven Voorbeeld: 'helemaal losgaan in de disco'
2) niet vast blijven zitten Voorbeeld: 'Er is een vulling losgegaan toen ik op een stuk noga k...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/losgaan

1) Loslaten 2) Aftrillen 3) Loskomen 4) Losraken 5) Loswerken 6) Zich richten 7) Ontsloten raken 8) Afvallen 9) Samenhang verliezen 10) Je zonder remmingen uitleven 11) Afslijten 12) Afgaan 13) Fel afgaan op 14) Doorgaan 15) Opengaan
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Losgaan/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.