tornen werkw. Verbuigingen: tornde Verbuigingen: getornd 1) laten draaien, doen wentelen 2) herhaald tussen de steken doorknippen van een draad waarmee iets vastgenaaid zit 3) met kleine stapjes afbreuk doen aan een bestaande instelling of regel Synoniemen: beknibbelen loskrijgen losmaken lostornen t...
1) Tarnen 2) Loskrijgen 3) Loslaten van draden 4) Afdingen 5) Losmaken 6) Lostornen 7) De naad losmaken 8) Naden lossnijden 9) Uittrekken 10) Uithalen 11) Een naad lossnijden 12) Een naad losmaken 13) Beknibbelen 14) Keren 15) Wenden 
keren, wenden (toon de herkomst via de etymologiebank)
stiksel van naaiwerk loshalen vb: ze tornde de naad van de te krappe jas los
• [inerg] het herhaald tussen de steken doorknippen van een draad waarmee iets vastgenaaid zit. • [inerg] "overdrachtelijk" het afbreuk maken aan een bestaande instelling of regel (+audio)
losgaan van naaisel
losgaan van naaisel
1a> over het algemeen: met kleine slagen iets bewegen, daardoor ook: moeizaam voortgang boeken. b> iets met een hefboom steeds een stukje verdraaien. Verkorting van rondtornen. c> met een sleepboot, door een heen en weer varend te trekken, de trekkracht op een stilstaand object vergroten. Ondermeer bekend als lostornen. d> moeizaam tegen wi...