loven werkw. Uitspraak: [ ˈlovə(n) ] Afbreekpatroon: lo·ven Vervoegingen: loofde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geloofd (volt.deelw.) 1) (iemand) eren door prijzende dingen te zeggen over hem of haar Voorbeeld: 'God zij geloofd.' Synoniem: prijzen 2) loven en bieden (onderhandelen over de prijs) Synoniem... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/loven