loven werkw. Uitspraak: [ ˈlovə(n) ] Afbreekpatroon: lo·ven Vervoegingen: loofde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geloofd (volt.deelw.) 1) (iemand) eren door prijzende dingen te zeggen over hem of haar Voorbeeld: 'God zij geloofd.' Synoniem: prijzen 2) loven en bieden (onderhandelen over de prijs) Synonie...
1) Hoogschatten 2) Complimenteren 3) Lauweren 4) Begunstigen 5) Preconiseren 6) Prijzen 7) Complimenten geven 8) Achting bewijzen 9) Lauderen 10) Uiting van waardering geven 11) Lof schenken aan 12) Lof toezwaaien 13) Lofbetuigen 14) Eren 15) Roepen 16) Marchanderen 17) Roemen 18) Erkenning uitspreken 
prijzen
prijzen, roemen (toon de herkomst via de etymologiebank)
er heel positief over spreken vb: hij loofde zijn oude moeder
prijzen
[Let op: mogelijk oud Nederlands van 1400-1800] beloven, zich verbinden. in het bijzonder verstaat men onder loven beloven om iets te betalen