de maaier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: maai·er 1) iemand die graan of gras maait (voor zijn beroep) Voorbeeld: '- Sinds de opkomst van machines in de landbouw is het beroep van maaier uitgestorven.' 2) machine die maait Voorbeeld: '- Ik heb nog steeds een handmaaier waarmee ik ons grasveld maai maar de meeste ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/maaier