de maaltijd zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'maltɛit ] Afbreekpatroon: maal·tijd Verbuigingen: -en (meerv.) het opeten van voedsel op vaste tijden van de dag Voorbeelden: 'de maaltijd gebruiken' , 'avondmaaltijd' Synoniemen: banket buffet diner eten hap maal menu Spreekwoorden en zegswijzen • mosterd na de maalti...
1) Afternoon tea 2) Avondbrood 3) Avondeten 4) Avondmaal 5) Avondmaaltijd 6) Bamigerecht 7) Banket 8) Benefietmaaltijd 9) Bruiloftsmaal 10) Brunch 11) Buffet 12) Catering 13) Diner 14) Dis 15) Déjeuner dînatoire 16) Eetmaal 17) Engels ontbijt 18) Eten 19) Etentje 20) Eterij 21) Feestdiner 22) Feestmaal 1) Avondeten 2) Bamigerecht 3) Banket 4) Buffet 5) Diner 6) Dis 7) Eetmaal 8) Een gerecht met bijgerechten 9) Eten 10) Eterij 11) Eten op een specifiek tijdstip 12) Feestmaal 13) Gerecht 14) Gekookt voedsel om te consumeren 15) Handeling van eten 16) Hap 17) Het eten 18) Lunch 19) Maal 20) Menu 21) Ontbijt 
handeling van het eten; dat wat men eet (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) de handeling of activiteit van het eten zoals die dagelijks op geregelde tijden plaatsvindt; maal 2) voedsel dat men tijdens de maaltijd eet
•een hoeveelheid toebereid voedsel die voldoende is geruime tijd de lichamelijke behoefte te bevredigen.
eten
eten