de majesteit zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'majəstɛit ] Afbreekpatroon: ma·jes·teit Verbuigingen: majesteiten (meerv.) <wat je zegt als je iets tegen een koning of koningin zegt> Voorbeeld: 'Welkom majesteit.' Synoniemen: eerwaarde grootsheid hoogheid soeverein verhevenheid vorst 
1) Waardigheid 2) Verhevenheid 3) Koning 4) Betiteling van vorstelijk persoon 5) Maësta 6) Luister 7) Statige waardigheid 8) Adellijke titulatuur 9) Titel 10) Vorstentitel 11) Vorstelijke aanspreektitel 12) Vorst 13) Koninklijke titel 14) Nummer van Guus Meeuwis 15) Grootsheid 16) Koninklijke hoogheid 
verheven pracht; grootsheid; hoogheid Is vooral gebruikelijk in de genoemde verbindingen en in de met die verbindingen verwante betekenis 2.0. aanspreektitel voor koningen, koninginnen, keizers en keizerinnen; hoogheid Wordt als aanspreektitel met een hoofdletter gespeld. ter aanduiding van een koningin: vrouwelijk persoon met majesteit Strikt geno...
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] waardigheid, verhevenheid, heerlijkheid; van Latijn majestas uit majus, verwant met magnus (groot). Titel van regerende vorsten. Onder de Koningen namen de Normandische heerschers in Sicilië het eerst dien titel aan; bij het sluiten van den vrede te Cambrai...
heerlijkheid
titel van een keizer in of koning in (toon de herkomst via de etymologiebank)
titel waarmee je de koningin aanspreekt vb: majesteit, mag ik u iets vragen?
heerlijkheid
Majesteit is de aanspreektitel van vorsten en vorstinnen. [basiswoordenlijst groep 4]