de majesteitsschennis zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'majəstɛitsxɛnɪs ] Afbreekpatroon: ma·jes·teits·schen·nis Verbuigingen: majesteitsschennissen (meerv.) keer dat je de koning(in) schade toebrengt Voorbeeld: 'majesteitsschennis plegen is het opzettelijk beledigen van de Koning' Gevonden op https://woorden.org/woord/majesteitsschennis
'Majesteitsschennis' is het opzettelijk beledigen van het staatshoofd. In België ligt de majesteitsschennis vervat in de 'wet van 6 april 1847 tot bestraffing van de beleedigingen aan den Koning'. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Majesteitsschennis