managen werkw. Uitspraak: [ 'mɛnədʒə(n) ] Afbreekpatroon: ma·na·gen Vervoegingen: managede (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gemanaged (volt.deelw.) de baas zijn en zorgen dat iedereen doet wat hij of zij moet doen Voorbeeld: 'Het project is gewoon heel slecht gemanaged.' Synoniemen: : besturen (2), leiden (2) Synoniemen: aanvoe...
1) Aanvoeren 2) Besturen 3) Fiksen 4) Klaarspelen 5) Leiden 6) Voorzitten 1) Aanvoeren 2) Besturen 3) Fiksen 4) Leiden 5) Runnen 6) Voorzitten 
• [bedrijfskunde] leidinggeven.
het aansturen van anderen bij het uitvoeren van taken die bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de organisatie op de meest effectieve en efficiënte wijze.