de mazzelaar zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: maz·ze·laar iemand die vaak geluk heeft, iemand die vaak mazzel heeft Voorbeeld: 'Die mazzelaar heeft nu al een baan terwijl hij nog geeneens is afgestudeerd.' . Synoniemen: geluksvogel 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/mazzelaar