de meniscus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ mə'nɪskʏs ] Afbreekpatroon: me·nis·cus Verbuigingen: meniscussen, menisci (meerv.) kraakbeenschijf in het kniegewricht Voorbeeld: 'Voetballers lopen nogal eens beschadigingen aan een meniscus op.' Synoniemen: knieschijf 
1) Maanglas 2) Glas 3) Kraakbeenschijf 4) Knieschijf 5) Knieblessure 6) Deel van de knie 7) Kraakbeenschijf in het kniegewricht 8) Deel van het kniegewricht 9) Lichaamsdeel 10) Deel van het been 
[levenswetenschappen] De meniscus is een kraakbeenring in het kniegewricht waarmee een groot gedeelte van de druk op het onderbeen wordt opgevangen. Met de term ‘meniscus’ wordt ook vaak een meniscusletsel aangeduid. Het gaat hierbij meestal om een scheur ten gevolge van een draaiing bij een gebogen knie, een veelvoorkom...
kraakbeenschijf in het kniegewricht
Let op: Spelling van 1858 een glas, dat aan den eenen kant bol, en aan den anderen kant hol geslepen is
De kraakbeenschijven in het kniegewricht die de vorm van een halve maan hebben.
Halvemaanvormige kraakbeenschijf in het kniegewricht..
Zo noemt men soms de rand van de wijn in het glas.
kraakbeenschijf in het kniegewricht (toon de herkomst via de etymologiebank)